Deze theorie gaat ervan
uit dat bij een laag arousal slecht word gepresteerd. Maar heeft men een heel
hoog arousal dan word er ook niet optimaal gepresteerd. Er is een punt waarop de arousal optimaal is
om te presteren.
Echter het punt waarop men
het beste presteert ligt niet bij iedereen hetzelfde. De grafiek kan voor
iedereen anders zijn. En ziet er waarschijnlijk eerder uit als in afbeelding 3.
Iemand die goed getraind is en een lage trait anxiety
heeft een hoger niveau van aurosal nodig om goed te presteren.
Mensen die niet goed
getraind zijn, introvert en een hoge trait anxiety hebben presteren beter bij
een lage arousal.