X is met Y in onderhandeling over de verkoop van een machine en deze heeft al bijna tot overeenstemming geleid. X cedeert de vordering tot betaling van de koopprijs uit de nog te sluiten koopovereenkomst langs de weg van 3:94 lid 1 aan Z en daarna gaat X failliet. De curator rondt de onderhandeling met Y af, wat resulteert in de verkoop van de machine. Heeft Z aanspraak op de vordering?

  •             Nee, t.t.v. de cessie was deze nog toekomstig. Partijen waren in onderhandeling, maar de overeenkomst was nog niet gesloten omdat Y daarin nog niet had toegestemd. 

    Rapporteer Plaats commentaar