Wro-wetgever was van mening dat BP het centrale ruimtelijke ordeningsinstrument diende te zijn en te blijven en wilde daarom tijdige herziening ervan zo veel mogelijk waarborgen. Wro stelt daarom verplichting tot tijdige herziening voorop. Art. 3.1 lid 2 Wro schrijft voor dat bestemming van gronden, met inbegrip van het met het oog daarop gestelde regels, binnen periode van tien jaar, gerekend vanaf datum van vaststelling van BP, telkens opnieuw moet worden vastgesteld. Ook herziening dient de BPP te doorlopen

Rapporteer Plaats commentaar