WMCO is niet van toepassing op het beëindigen van de arbeidsovereenkomst uitsluitend om redenen die de persoon van de wn betreffen (art. 2 lid 1 sub a WMCO). --> de ontslaggrond moet dus primair zijn grondslag hebben in bedrijfseconomische redenen:
- -> werknemers voor wie het UWV ex art. 7:671a BW toestemming moet geven om hun arbeidsovereenkomst ivm de bedrijfseconomische redenen (lees: de a-grond ex art. 7:669 lid 3 BW) op te zeggen onder de bescherming van de WMCO vallen.   

De vraag of de omstandigheden die tot een noodzaak tot collectieve ontslagen leiden in de invloedssfeer van de wg liggen, is niet van belang (ontslagen door bijv. faillissement, onteigening of dood van de wg vallen dus onder de collectiefontslagrichtlijn). Dit geldt ook voor een wg die de instructie van de moeder volgt, wat collectief ontslag tot gevolg heeft.

Rapporteer Plaats commentaar