wetten in formele zin kunnen door de regering ('door of vanwege de koning') of door de tweede kamer worden ingediend (art. 82 Gw)
2.1 Wetsvoorstellen afkomstig van de regering
1.voorbereiding wetsontwerp op ministerie
2.bespreking wetsontwerp in de ministerraad
3.Advies van de raad van state (eventueel gevolgd door aanpassing van wetsontwerp of memorie van toelichting)
4. Indiening van het wetsvoorstel door de regering bij de TK. 
Behandeling van de TK in commissie en plenair.
--> wijziging door TK of regering is mogelijk
--> intrekking door de regering is mogelijk
5. Als TK (eventueel na wijziging instemt, volgt doorzending naar EK.
Behandeling van de EK in commissie en plenair.
--> intrekking door de regering is mogelijk zolang het voorstel niet door beide kamers is aangenomen
6. Als EK instemt, volgt bekrachtiging door de Koning (met contraseign)
Het wetsvoorstel wordt daarmee wet.
7. Bekendmaking in het Staatsblad en inwerkingtreding (datum wordt bekend gemaakt)
novelle: soms kan de EK zich niet verenigen met de onderdelen van een wetsvoorstel maar wil ze het wetsvoorstel niet verwerpen. Ze kan de regering dan verzoeken om op korte termijn een aangepast wetsvoorstel in te dienen bij de TK, dat tegemoet komt aan de bezwaren van de EK. Zo'n tweede wetsvoorstel wordt een novelle genoemd.
2.2 Initiatiefwetsvoorstellen
1. voorbereiding wetsontwerp door aanhangigmaker (1 of meer TK-leden)
2. Advies van de Raad van State (eventueel gevolgd doo aanpassing van wetsontwerp of memorie van toelichting)
3. Aanhangig maken van het wetsvoorstel door de aanhangigmaker bij de TK. De TK behandelt het wetsvoorstel in een commissie en plenair.
--> Wijziging door TK of aanhangigmaker mogelijk
--> intrekking door aanhangigmaker mogelijk
4. Als TK - eventueel na wijziging - instemt, volgt doorzending naar EK.
EK behandelt het wetsvoorstel in een commissie en plenair.
--> intrekking door TK mogelijk
5. Als EK instemt, volgt bespreking wetsvoorstel in de ministerraad
6. Als de ministerraad instemt, volgt bekrachtiging dood de Koning (met contraseign) Het wetsvoorstel wordt daarmee wet.
7. Bekendmaking in het Staatsblad en inwerkingtreding.
2.3 Grondwetsherziening
Ook de grondwet wordt vastgesteld door de regering en Staten-generaal gezamenlijk en is daarom een wet in formele zin. Regels voor grondwetsherzieningen (art. 137 Gw)


De wet waarmee de grondwetsherziening begint moet een formele wet.
Deze wet wordt ook wel verklaringswet of eerste lezing genoemd.
Alle regels die gelden voor gewone wetten in formele zin gelden ook voor de eerste lezing van de grondwetsherziening. Het voorstel voor grondwetsherziening vergt een gewone meerderheid in de Kamers.
wel kan het wetsvoorstel worden gesplitst in 2 delen.
Nadat de eerste lezing is afgerond wordt de 2e kamer ontbonden en volgen er verkiezingen, met als doel de grondwetsherziening aan het volk voor te leggen.
tweede lezing
vindt plaats na de verkiezingen
Verschil met proces van formele wetgeving:
1. Het wetsvoorstel kan niet meer worden gewijzigd. Het is dus JA OF NEE.
2. Het voorstel kan alleen worden aangenomen met een 2/3 meerderheid van beide Kamers.
daarom wordt de grondwetsherziening gezien als een zware procedure.

Rapporteer Plaats commentaar