15.10 De macro-economische situatie vertoont het volgende beeld. De besparingen
a zijn voldoende om de investeringen, het overheidstekort en het tekort op de lopende rekening te financieren. b worden aangevuld met het overschot op de overheidsbegroting om de investeringen en het tekort op de lopende rekening te financieren.
c worden aangevuld met het particuliere spaaroverschot om de investeringen en het tekort op de overheidsbegroting te financieren. d moeten aangevuld worden met leningen uit het buitenland ter grootte van het tekort op de lopende rekening om de investeringen en het tekort op de overheidsbegroting te financieren.