Wanneer een ondernemer besluit neemt  zoals art. 25 WOR, en deze niet overeenstemt met advies or, moet de ondernemer de uitvoering 1 maand opschorten nadat hij de or van het nemen van het besluit in kennis heeft gesteld.

Die maand kan de or in beroep gaan tegen het besluit bij de Ondernemingskamer A’dam.

De Ondernemingskamer toetst of de ondernemer na afwegen van de betrokken belangen  in redelijkheid tot een besluit heeft kunnen komen art. 26 lid 4 WOR.

Bij niet in redelijkheid; kan tot gevolg hebben dat het bestreden besluit niet kan worden uitgevoerd.

Weigert de or in te stemmen met een voorgenomen besluit zoals in art. 27 WOR; kan de ondernemer aan de kantonrechter vragen dit besluit toch te mogen nemen.

De kantonrechter geeft slechts toestemming ingeval weigering door or onredelijk is, of het besluit gevergd word door zwaarwegende redenen.