W2.8 Hoe wordt moedersterfte gedefinieerd? Wat zijn de oorzaken?
Hoe vaak komt het in Nederland voor bij verschillende etnische subpopulaties?

  • College seksuele en reproductieve gezondheid:
    1. Kans om te overlijden als gevolg van een zwangerschap of bevalling.
    2. Meer dan 75% van de moedersterfte wordt veroorzaakt door 5 directe oorzaken:
    - bloeding
    - bloedvergiftiging
    - onveilige abortus
    - moeilijke bevalling
    - hoge bloeddruk
    De overige 25% van de sterfte is te wijten aan omstandigheden die in combinatie met een zwangerschap fatale gevolgen kunnen hebben zoals malaria, bloedarmoede en aids. In landen met extreem hoge AIDS prevalentie (incidentie is het aantal nieuwe gevallen en prevalentie het aantal gevallen op een specifiek moment) is 70% (bvb Swaziland) van de maternale sterfte AIDS gerelateerd.
    3. Nederland heeft een relatief lage maternale sterfte met 12.1 per 100.000.
    (MMR: maternale mortaliteitsrisico: het aantal gevallen van moedersterfte per 100.000 levendgeborenen.)

    Heineman 180/194
    1. Maternale sterfte: sterfte tijdens de zwangerschap of binnen 42 dagen na beëindiging van de zwangerschap ongeacht de duur van de zwangerschap en de plaats van de bevalling, door elke oorzaak die gerelateerd is aan, of versterkt wordt door de zwangerschap, of die gerelateerd is aan de behandeling van de zwangerschap.
    A. late moedersterfte: directe en indirecte sterfte meer dan 42 dagen na, maar minder dan een jaar na het beëindigen van de zwangerschap.
    B. zwangerschapsgerelateerde sterfte.
    (sluit uit dat er sprake kan zijn van toevallige sterfte)

    2.
    3.

    Rapporteer Plaats commentaar