W. van der Woude, Commentaar op art. 132 Gw
Art. 132 Gw gaat over de provincies en gemeenten. Het heeft betrekking op de financiering door het rijk, de inrichting en het toezicht op de besturen. Sinds 1848 bepaalt de Grondwet dat de nadere regeling van de provincies en gemeenten door de wet wordt geregeld.

  • Lid 1: de inrichting en de bevoegdheden van gemeenten en provincies worden gebaseerd op artikelen in de Grondwet of op delegatiebepalingen in de formele wetgeving;
  • Lid 2: dit lid gaat over het toezicht. Dit kan onderverdeeld worden in repressief toezicht (wordt achteraf gekeken naar de juistheid), positief toezicht (het toezichthoudende orgaan geeft opdrachten of handelt zelf) en preventief toezicht (er wordt vooraf getoetst);
  • Lid 3: in dit lid wordt het voorafgaand toezicht toegelicht. Dit gebeurt met name door goedkeuringsregimes;
  • Lid 4: dit lid ziet toe op de vernietiging. De regering kan een wet vernietigen indien dit in strijd is met het algemeen belang of met het recht. Maar vernietiging van een autonoom besluit wegens strijdigheid met het algemene belang is in strijd met art. 8 lid 2 Europees Handvest inzake Lokale Autonomie. Het is namelijk niet de bedoeling dat de centrale overheid wegens beleidsinhoudelijke redenen ingrijpen. Indien er vernietiging heeft plaatsgevonden, kan de gemeente of provincie nog wel beroep instellen;
  • Lid 5: indien er sprake is van taakverwaarlozing, kan een ander orgaan de bevoegdheid structureel of incidenteel overnemen, zonder dat het oorspronkelijke bevoegde orgaan hiermee heeft ingestemd;
  • Lid 6: indien men autonome beslissingen wil nemen, moet er natuurlijk wel sprake zijn van financiën.

Rapporteer Plaats commentaar