Vetweefsel:
functie:energiereservoir, steunfunctie, isolatie, hormoonproductie.
2 soorten:
1.univacuolair/wit vetweefsel
2. plurivacuolair vetweefsel.
1. univacuolair vetweefsel
ringvormig cytoplasma met weggedrukte kern-->zegelringcel
rijk gevasculiseerd weefsel-->uitwisseling vetweefsel met bloed verloopt goed.
hoofdzakelijk triglyceriden uit voedsel,lever en vetcellen zelf
taken:energieopslag, steun, isolatie
2.plurivacuolair vetweefsel
vooral bij menselijk embryo.
veelhoekig, talrijke vetcellen van verschillende grootte, veel mitochondrien.
dicht vaatnet
produceert warmte door noradrenaline .
Opslag en vrijlaten van vetzuren
opslag
synthese van vetzuren en glycerolfosfaat-->triglyceriden
uit voedsel (darmen, chylomicronen)
lever (VLDL)
chylomicronen en VLDL gehydroliseerd door lipoproteinenlipase aan oppervlakte capilairen van vetweefsel.
mobilisatie:
hormonen/neurogene prikkels-->vetzuren en glycerol afgegeven aan het bloed
lipase breekt tryglyceriden af.
glycerol blijft in bloedplasma en wordt omgezet in de lever tot bruikbare energie.

Rapporteer Plaats commentaar