1. vaststellen van het inhoudelijk theoretisch kader
   bv. welke inhoudelijke theorie wordt gehanteerd bij het construeren van een depressievragenlijst?
2. de begripsanalyse van de te meten variabele
   bv. Wat moet precies worden ontstaan onder Depressie?
3. specificeren van item- en testkenemerken
   bv. meerkeuze of open vragen, aantal items, etc.
4. genereren van een verzameling items
   aantal items uitschrijven
5. beoordelen en reviseren van de items
   eerste empirische onderzoek naar de items, bv laten beoordelen door experts of proefafname
6. samenstellen van de test
7. onderzoek naar relaties van de test met andere variabelen
   het vermogen van de test om toekomstige gedragingen te voorspellen of onderzoek naar relaties binnen theoretisch netwerk
8. normering van de test
   in de praktijk van het testgebruik is het vaak nuttig de relatieve positie van de testgegevens van een individu tov een referentiegroep te weten. bv is de CITO-toets score 510 van Jan relatief laag, gemiddeld of hoog?