Urineweginfecties komen zeer frequent voor. Een frequente pijnlijke mictie, loze aandrang, troebele urine en pijn in de onderbuik zijn de typische symptomen van een cystitis. We spreken van een ongecompliceerde cystitis als er geen tekenen zijn van een acute pyelonefritis, er geen voor geschiedenis is van nierziekten of urologische afwijkingen en er een goede reactie op therapie is.
De meest voorkomende verwekkers van ongecompliceerde urineweginfecties zijn E. coli, Proteus species, Klebsiella species en S. saprophyticus. Onder normale omstandigheden is urine steriel. Urine is een goede voedingsbodem voor bacterien, maar het verblijf ervan in de afvoerende urinewegen is te kort om bacterien gelegenheid te geven zich te vermenigvuldigen.
De diagnose wordt gesteld door middel van urineonrzoek. Om vermenigvuldiging van bacterien in de periode na de afname en voor het onderzoek te voorkomen, moet de urine worden bewaard bij 4 C.
Een eerste screening van de urine kan worden gedaan met dipsticks. Een positieve nitrietreactie op verse urine maakt het bestaan va een urineweginfectie zeer waarschijnlijk (PVW>90%). Een negatieve test sluit een infectie niet uit. In dat geval moet gezocht worden naar de aanwezigheid van leukocyten in de urine.
De aanwezigheid van leukocytencilinders bewijst pyelonefritis, maar de afwezigheid ervan sluit een pyelonefritis geenszins uit.
Het bestaan van een urineweginfectie kan worden aangetoond door telling van het aantal kolonies op een gietplaat van urine. Is het aantal kolonies groter dan 10^5/ml, dan is een urineweginfectie zeker. Een urinekweek is pas geindiceerd bij een persisterende infectie, bij een acute pyelonefritis, bij het frequent optreden van recidieven of bij gecopmliceerde urineweginfecties.
Bij jonge pateiten met duidelijk klachten van dysurie en bij wie pyurie wordt gevonden terwijl de urinekweek steriel blijft, moet zeker aan infecties door Chlamydia trachomatis of gonokokken worden gedacht.
Bij mannen moet men eorop bedacht zijn dat een urineweginfectie vrijwel altijd gepaard gaat met een prostatitis. Een acute prostaties veroorzaakt meestal koorts, perineale pijn of pijn in de onderbuik. Een prostatitis is anatomisch weliswaar een lagere- urineweginfectie, maar door de lakalisatie van de ifectie in het prostaatweefesel moet ze klinisch als een hogere- urinweginfectie worden beschouwd.
Een ongecompliceerde cystitis of een acute pyelonefritis bij jongvolwassen vrouwen is meestal een onschuldige aandoening. Ook recidiverende cystitiden bij vrouwen zijn geen reden voor aanvullend onderzoek, mits ze ongecompliceerd zijn.
Zoals vermeld gaat een cystitis bij mannen vrijwel altijd gepaard met prostatitis. De behandeling bestaat uit trimethoprim of een chinolon gedurende zeven tot tien dagen.
Urineweginfecties bij jonge kindere ngaan vrijwel altijd gepaard met urologische afwijkingen; vooral een vesico- ureterale reflux wordt vaak gevonden. Een urineweginfectie bij kinderen vereist dan ook altijd nader onderzoek.

Rapporteer Plaats commentaar