Urineweginfecties bij jonge kinderen moeten leiden tot aanvullende urologische diagnostiek.
Urineweginfecties bij vrouwen komt frequent voor en zijn meestal ongecompliceerd. Aanvullende diagnostiek is dan niet noodzakelijk. De behandeling bestaat uit een kortdurende antibioticakuur.
Profylactische behandeling is zinvol bij recidiverende urinweginfecties (>3-4/jaar)
Bij postmenopauzale vrouwen kunnen recidiverende urinweginfecties het gevol zijn van atrofie van het vagina-epitheel. Behandeling met oestrogenen is vaak effectief.
Urineweginfecties bij mannen zijn zeldzaam en vaak een uiting van prostatitis.
Een chronische prostatitis moet gedurende ten minste zes weken behandeld worden.
Een acute tubulo-interstitiele nefritis kan worden veroorzaakt door geneesmiddelen. Teken van een systemische allergische reactie (huidafwijkingen, jeuk, koorts) ontbreken vaak.
Denk bij een tubulo-interstitiele nefritis e.c.i. altijd aan sarcoidose.
Een chornische pyelonefritis is niet het gevolg van een acute pyelonefritis.
Een chronische pyelonefritis is meestal het gevolg van aangeboren reflux. Progressieve schade ontstaat ook in afwezigheid van actieve infecties!
Door het langdurig gebruik van combinaties van analgetica kan een chronische pyelonefritis ontstaan.
Patienten met een analgeticanefropathie hebben een verhoogd risico op urotheelcelcarcinoom.