tussen 800 en 500 voor Chr. ontstonden ongeveer 700 stadstaten. een stadstaat was een staatje bestaande uit een stad met omgeving. de grieken noemden zo'n stadstaat een polis. de meeste hadden een oppervlakte van 50 to 100 km2, athene en sparta waren uitzonderingen. in een polis hadden ze meestal ook een heuvel die de acropolis heette. daar kwamen burgers heen in tijden van gevaar. op de acropolis waren vaak ook tempels waarin de belangrijkste god(in) van de polis werd vereerd. ook was er een agora in de poleis, en plein waar burgers elkaar ontmoette om over het bestuur van de polis te bespreken en waar handel werd gedreven. er onstonden ook steden, een grote nederzetting waar de meeste inwoners leven van iets anders dan akkers en veeteelt