Ttz mag niemand vragen stellen die de strekking hebben verklaringen te verkrijgen waarvan niet gezegd kan worden dat zij in vrijheid zijn afgelegd, 271 lid 1 vgl 29 Sv). Dit betreft ook de ondervraging van anderen dan de verdachte.
271 lid 2: noch de voorzitter, noch de rechters ttz mogen blijk geven van enige overtuiging omtrent (on)schuld.

Rapporteer Plaats commentaar