Tsaar Peter de Grote (1682-1725) sticht st. Petersburg (1703) als een kunstwerk (artistieke harmonie van water, steen en lucht); een kopie van de westerse stijl volgens een samenhangend plan; waarin ook de levensstijl werd opgelegd ('gedrild').

Rusland was een patrimoniale staat: de adel stond in dienst van het hof/was een verlengstuk van de tsaar. Voor deze diensten ontving hij land en lijfeigenen. Catharina de Grote onthief de adel (1762-1796) in 1762 van deze staatsdienst.

Er was geen literaire russische taal, alleen de franse salontaal (een westerse imitatie). Europa werd geidealiseerd - "Verlichtingsdenken"; de eigen taal en cultuur verwaarloosd. Het echte russische leven was op het platteland

Rapporteer Plaats commentaar