Tot nu toe hebben we voetstoors aangenomen dat de reikwijdte steeds is af te bakenen zonder veel rekening te houden met de overtuiging of de intentie van de burger die zich op eht grondrecht wil beroepen. Dit is objectivering van de reikwijdte. De vraag of de reikwijdte van een grondrecht zich wel laat omschrijven zonder dat er bepaalde subjectieve elementen een rol spelen, dringt zich het sterkste op bij het grondrecht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Daar is immers de overtuiging een bestanddeel van de reikwijdte. Daarom wordt er in deze paragraaf met een analyse van de afbakening van de reikwijdte van dat grondrecht gegeven. Daarnaast wordt de objectivering van de reikwijdte van virjheid van meningsuiting en respect voor het privé-leven onder de loep genomen.

Rapporteer Plaats commentaar