Tijdproef:
De zin in een andere tijd zetten, bijvoorbeeld van verleden tijd naar tegenwoordige tijde: Ik loop naar school, Ik liep naar school. Loop is dan de persoonsvorm
Getalproef:
De zin in een ander getal zetten, bijvoorbeeld van enkelvoud naar meervoud: Wij fietsen naar school, ik fiets naar school. Het werkwoord dat dan veranderd is de persoonsvorm
Zin vragend maken:
Een oplossing die niet helemaal waterdicht is, is de zin vragend maken, bijvoorbeeld: wij lopen met z'n allen naar school, lopen wij met z'n allen naar school?

Rapporteer Plaats commentaar