TD Holdings Inc., welke vennootschap opgericht is naar het recht van en feitelijk gevestigd is in de Verenigde Staten, is de enige participant in een naar Amerikaans recht opgerichte Limited Liability Company ("LLC"). De feitelijke leiding van de LLC is ook gevestigd in de Verenigde Staten. De LLC houdt zich actief bezig met het verrichten van financiële diensten.

De LLC geniet in enig jaar dividend uit Canada. Volgens de fiscale wetgeving van Canada wordt de LLC aldaar als buitenlands belastingplichtige rechtstreeks belast over het dividend. In de VS wordt de LLC daarentegen als fiscaal transparant aangemerkt en worden de resultaten toegerekend aan TD Holdings Inc.

Het belastingverdrag tussen Canada en de VS (dat overigens geacht kan worden geheel OESOconform te zijn) voorziet in een belastingreductie tot 5% voor het dividend afkomstig uit Canada. De LLC claimt in Canada een vermindering tot 5% op basis van het belastingverdrag tussen Canada en de VS.

Hoe beoordeelt u de claim van de LLC inhoudende dat de LLC een beroep kan doen op het belastingverdrag?

  • Heeft de LLC toegang tot het belastingverdrag? – art. 3 OESO MV, vervolgens art. 4 lid 1: betekenis van inwoner – je moet liable to tax zijn!
    De werkelijke leiding is in de VS, maar wordt als transparant aangemerkt.
    Je hebt toegang als je inwoner bent van de verdragsstaat.
    -    LLC is hybride entiteit – in VS transparant in Canada niet-transparant
    -    Verdragstoegang LLC 
    • Persoon – art. 1 jo 3 lid 1 a
    • Inwoner – art. 1 jo 4 lid 1
    • Werkelijke leiding LLC in US
    • Onderworpen aan belasting in US? – liable to tax
    • Nee, want is transparant in de US

    Bij een hybride lichaam moet je altijd kijken in de staat waar hij is gevestigd of hij daar transparant of niet-transparant is. In dit geval is dat de VS, maar die ziet het lichaam niet, want het is transparant!

    Dus LLC kwalificeert niet als inwoner en dus is er geen verdragstoepassing. Beide landen mogen dus gewoon heffen o.g.v. nationaal recht.

    Rapporteer Plaats commentaar