Rond 5.000 v.chr. vestigde zich de eerste boeren in kleine nederzettingen rond het nijldal. het had een goed klimaat en de oogst was ook goed door de komst van irrigatielandbouw.

De nederzettingen groeide uit en werder uit eindelijk boven en onder Egypte. waarover Narmer in 2950 v.chr de macht kreeg.

Egypte was een natiestaat - een land waarin een groep mensen leeft die zichzelf bestuurt, een volk of natie.

de Egyptenaren geloofden in allerlei goden maar het geloven in één god (monotheïsme) zou de farao meer macht geven.

in 1353 v.chr. kwam er een nieuwe farao die ervoor zorgde dat iedereen de god amon moest vereren, hij veranderde zijn naam, de stadsnaam, en hij noemde zijn zoon ook naar deze, nog onbekende, god.

na de dood van Achnathion in 1336 v.chr. herstelde alles weer. de nieuwe farao was toetanchamon


Rapporteer Plaats commentaar