Quartair
De laatste 2,5 miljoen jaar afwisseling van ijstijden (glacialen) en warmere tijden (interglacialen). Saalien (op één na laatste ijstijd) kwam met een dik pak ijs uit Scandinavië en nam grote zwerfkeien mee (hunebedden).

De bevroren ondergrond van Nederland werd opgestuwd en zorgde voor het ontstaan van stuwwallen in het noorden van ons land. Huidige stuwwallen: Grebbeberg, Holterberg, Tankenberg en Kuiperberg.
In het Zuiden van ons land heerste een poolklimaat. In de interglacialen was Nederland zoals nu qua klimaat en begroeiing.

Na de laatste ijstijd werd het opnieuw warmer. IJskappen smelten, zeespiegel stijgt. Noordzee vult en nauw bij Calais ook. Ontstaan van GB.

Oorzaken voor temperatuurschommelingen: variaties in baan van aarde en stand van aardas. Variaties in hitte zon, vulkaan uitbarstingen en veranderingen in zeestromen.

Rapporteer Plaats commentaar