Overdracht & tegenoverdracht.

Overdacht: Een client verplaatst gevoelens over een belangrijk persoon uit de kindertijd naar de therapeut.

Positieve overdracht: gevoelens van bewondering, veilig voelen etc.

Negatieve overdracht: gevoelens van boosheid, agressie en jaloezie.

Een overdrachtsreactie heeft twee kenmerken:

-herhaling van gedragspatroon uit het verleden.
-is inadequaat: niet in overeenstemming met de realiteit.

Tegenoverdracht:
Gedrag van de client kan bepaalde gevoelens oproepen bij de hulpverlener waar hij of zij zich niet van bewust was.

Client die verliefd wordt op hulpverlener kan voor de hulpverlener een patroon uit zijn verleden aanwakkeren > behoefte aan genegenheid. 

De hulpverlener dient zich bewust te worden van tegenoverdracht.

Tegenoverdracht kinderen: Het gevoel een betere ouder te zijn voor het kind dan de echte ouders.

Rapporteer Plaats commentaar