Ook Locke (1632-1704) gaat in zijn Two Treaties of Government (1690) uit van individuen in een natuurtoestand. Anders dan bij Hobbes heeft het individu in die toestand echter een aantal onvervreemdbare natuurlijke rechten. Het ingeschapen natuurrecht impliceert bovendien dat men in beginsel geen schade aan elkaars leven, vrijheid en eigendom mag toebrengen. Locke is (terecht) beschreven als de 'peetvader' van de mensenrechten: het individu krijgt immers van nature bepaalde rechten en daar is dus ook de overheid aan gehouden.

Rapporteer Plaats commentaar