Nu is er echter het systeem van voorwaardelijke invrijheidsstelling ingevoerd (art. 15 Sr e.v.), 

niet te verwarren met de voorwaardelijke straf. De voorwaardelijke invrijheidsstelling staat in 

art. 15 Sr. Volgens lid 1 is het zo dat, wanneer een gevangenisstraf tussen de 1 en 2 jaar is 

opgelegd, de verdachte minimaal 1 jaar moet uitzitten en van het nog ten uitvoer te leggen 

gedeelte 1/3. Bij de rest mag hij in voorwaardelijke in vrijheid worden gesteld. Volgens lid 2 is 

het zo dat, wanneer een gevangenisstraf van meer dan 2 jaar is opgelegd, een verdachte na 

2/3 van zijn straf voorwaardelijk in vrijheid worden mag gesteld. Om het te verduidelijken een 

voorbeeld: Stel er is 18 maanden gevangenisstraf opgelegd. De verdachte moet dan 

minimaal 12 maanden (= 1 jaar) en van het restant (18-12 = 6 x 1/3 = 2 maanden) 2 

maanden zitten. Hij mag voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld na 14 maanden van zijn 

straf

Rapporteer Plaats commentaar