noteer A t/m D in  de goede volgorde:

 

  • A: Egypte heeft een farao en is 1 rijk.

 

  • B: Er ontstaan staten langs de Nijl, die bestuurd worden door vorsten.

 

  • C: Sommige Egyptenaren krijgen meer macht dan andere.

 

  • D: Door veroveringen blijven er 2 staten over; OPPER/NEDER EGYPTE

  • C->B->D->A

    1. Sommige Egyptenaren krijgen meer macht dan andere
    2. Er ontstaan staten langs de Nijl, die bestuurd worden door vorsten.
    3. Door veroveringen blijven er 2 staten over; OPPER/NEDER EGYPTE
    4.  Egypte heeft een farao en is 1 rijk.

    Rapporteer Plaats commentaar