Normen zijn opvattingen die voorschrijven hoe de groep zich moet gedragen. Zij maken het gedrag voorspelbaar en bieden daardoor zekerheid. Ook benadrukken zij de identiteit van een groep. Normen kunnen van groep tot groep verschillen, maar ook binnen groepen bestaat er een grote verscheidenheid aan normen. Vele daarvan zijn impliciet. Pas bij overtreding blijkt dat ze bestaan. Normen kunnen uitingen zijn van algemene, maatschappelijk waarden of direct uit de functie-eisen voorkomen. Soms ontstaan ze door incidenten of gewoon door toeval. Vaak trekken mensen met dezelfde normen elkaar aan, zodat van het begin af aan al duidelijk is waaraan de groep zich te houden heeft.
Conformiteit is een wijziging van gedrag of opvatting onder druk van de groep. Ze treedt vooral op in onzekere situaties en in situaties waarin men geconfronteerd wordt met een andersdenkende meerderheid. Ze komt eerder voor bij minder competente of minder intelligente personen. Ook autoritaire persoonlijkheden en mensen met een gering zelfvertrouwen zijn tot conformiteit geneigd. Groepen besteden veel aandacht aan degene die zich niet conformeert in een poging hem of haar tot het groepsstandpunt over te halen. Volhardt deze in zijn afwijkende standpunt, dan loopt de afwijker het risico geïsoleerd te raken. Hoewel groepen niet gesteld zijn op devianten vervullen deze een nuttige functie, doordat zij een belangrijke bron van innovatie zijn. Iemand met een sterke machtspositie heeft de meeste mogelijkheden om normen te veranderen en daardoor innovatie mogelijk te maken.
Rollen zijn verwachtingen die aangeven hoe iemand zich in een bepaalde positie behoort te gerdragen. Evenals normen verhogen zij de voorspelbaarheid van het gedrag van de groepsleden. Terwijl normen voor de groep als geheel gelden, zijn rollen op individuele leden van toepassing. Zij bevorderen daardoor de verscheidenheid tussen de groepsleden. Groepen en organisaties kennen een rolverdeling. Hoe die eruitziet hangt af van de re verdelen taken enerzijds en van de capaciteiten en ambities van de leden anderzijds. In informele  organisaties of kleine groepen bestaat de grootste ruimte voor een persoonlijke kleuring van rollen. De vervulling van rollen leidt vaak tot problemen, hetzij doordat de rollen te zwaar of onvoldoende duidelijk zijn, hetzij doordat men geconfronteerd wordt met tegenstrijdige rolverwachtingen. Er bestaan verscheidene technieken om de rolproblemen tegen te gaan. Sommige zijn op individuen gericht, andere trachten in de organisatie verandering in de rolsituatie aan te brengen.