Normen algemene beginselen van behoorlijk bestuur


  • •In het geschreven recht. Zie de Awb.VB: hfst 2 uit de Awb: regels die gelden voor het verkeer tussen burgers en bestuursorganen. Hfst 3 Awb: algemene bepalingen over besluiten, hfst 4 Awb: bijzondere bepalingen over besluiten Enz. 



    •In het ongeschreven recht: 
    Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb)
    Normen waaraan een behoorlijk overheid zich dient te houden (fatsoensnormen)


    Geschreven recht
    Die normen staan in het geschreven recht. Daarin zijn natuurlijk tal van normen voor bestuursorganen te vinden. Kijk bijvoorbeeld in de Awb. De Awb heeft bijna alleen maar normen voor bestuursorganen die in acht moeten worden genomen als ze besluiten nemen. Hfst 2 Awb: daarin staan wettelijke regels over het verkeer tussen burgers en bestuursorganen. In hfst 3 Awb staan algemeen bepalingen over besluiten. In hfst 4 staan bijzondere bepalingen over besluiten. 
    Dat zijn dus normen uit de wet die een bestuursorgaan bij het nemen van besluiten in acht moet nemen. Maar er zijn ook normen die het bestuursorgaan in acht moet nemen die NIET in de wet staan. Normen in het ongeschreven recht
    Ongeschreven recht:
    1. Abbb
    Op gegeven moment, is er in de rechtspraak, dus bij rechters, de overtuiging ontstaan dat de overheid zich behoorlijkmoet gedragen ten opzichte van burgers. 
    Rechters krijgen van burgers besluiten die zijn genomen door bestuursorganen voorgelegd. Burgers zijn het niet eens met die besluiten, niet met de inhoud of misschien niet met de wijze waarop dat besluit tot stand is gekomen of hoe dat besluit is gemotiveerd. De rechter moet een besluit toetsen aan het recht, het geschreven recht, maar tijdens het toetsen van die besluiten zijn door rechters bepaalde normen ontwikkeld, behoorlijkheidsnormen zou je kunnen zeggen, waarvan de rechters vonden dat bestuursorganen deze in acht dienen te nemen indien zij besluiten voorbereiden, nemen en uitvoeren. Deze behoorlijkheidsnormen of algemene beginselen van behoorlijk bestuur stonden dus niet in een wet, maar zijn door rechters ontwikkeld, dat wordt jurisprudentie genoemd. Het betrof dus ongeschreven recht. Inmiddels zijn een aantal van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur opgenomen in de Awb. Als de rechter een besluit krijgt voorgelegd, gaat de rechter dus na of het besluit in overeenstemming is met de normen uit het geschreven recht, maar ook met de abbb’sdie niet zijn opgeschreven. Als het besluit niet in overeenstemming is met het geschreven recht of de abbb’s, dan zal het besluit door de rechter worden vernietigd 
    2. Fatsoensnormen
    Naast de abbb kent het ongeschreven recht nog fatsoensnormen waaraan een fatsoenlijke, behoorlijk overheid zich houdt, zonder dat schending van die normen een vernietiging van het besluit door de bestuursrechter kan opleveren. 


    Verschil 1 en 2
    Beginselen van behoorlijk bestuur zijn normen waaraan de rechter het besluit toetst. Voldoet het besluit niet aan de beginselen, dan is het een onrechtmatig besluit en zal de rechter het besluit vernietigen. Dat geldt niet voor fatsoensnormen. Dit zijn geen normen waaraan de rechter het besluit toetst. 

    Rapporteer Plaats commentaar