Normatieve ontwikkeling - zelfconcept:

    • zelfrepresentaties ontwikkelen zich van concreet en direct observeerbaar in de kindertijd ('ik haal goede cijfers op school') tot abstracter in de late kindertijd ('ik ben slim') tot een nog abstractere weergave van innerlijke doelen en waarden in de adolescentie ('ik vind het belangrijk mij voor te bereiden op de toekomst door hard te werken')
    • het zelfconcept wordt steeds realistischer:
    • het zelfconcept van jonge kinderen is meestal geïdealiseerd - kinderen overschatten zichzelf, wat volgens Harter (1990) vooral voortkomt uit een onvermogen van kinderen om realiteit en fantasie uit elkaar te houden - ze passen nog geen sociale vergelijkingen toe in hun evaluatie van zichzelf
    • met de ontwikkeling van cognitieve functies als perspectiefinname worden adolescenten gevoeliger voor de meningen van anderen en hebben ze meer informatie waarop ze hun zelfconcept kunnen baseren

    Rapporteer Plaats commentaar