Noradrenaline (norepinephrine) en adrenaline (epinephrine) activeren specifieke G-eiwit-gekoppelde-receptoren. Er bestaat een belangrijk therapeutisch verschil tussen noradrenaline en adrenaline. Welke van de onderstaande beweringen is juist:
a. adrenaline activeert alpha1-, alpha2-, beta1- en beta2-adrenoreceptoren. b. noradrenaline wordt in de synpatische spleet afgebroken.
c. allen noradrenaline activeert beta2-adrenoreceptoren.