Noot
Het hof heeft geoordeeld dat de maatschap niet was gedagvaard omdat de maatschap ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding slechts uit praktijkvennootschappen bestond. De HR is het niet eens met het hof en oordeelde dat ten tijde van de beroepsfouten de maatschap uit natuurlijke personen bestond. Omdat de individuele vennoten van een maatschap van rechtswege voor gelijke delen aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap (art. 7A:1680 BW) had Biek dus wel degelijk ook de individuele vennoten van de maatschap kunnen aanspreken.

De HR heeft met dit arrest voorzien in de vraag naar duidelijkheid op het gebied van personenvennootschappen. De HR heeft door middel van dit arrest enkele onderdelen van het verworpen wetsvoorstel titel 7:13 BW geformuleerd. Deze onderdelen zijn de bevestiging van het onderscheid tussen de stille en de openbare maatschap, de erkenning van het afgescheiden vermogen van de openbare maatschap en de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten voor de uitvoering van een door de maatschap aanvaarde opdracht. Ook heeft de HR benadrukt dat een maatschap geen rechtspersoonlijkheid heeft.