Noordelijke Expeditie

In juli 1926 begon Chiang Kai-shek aan een opmars vanuit Kanton om heel China in zijn greep te krijgen. Hij kreeg hierbij hulp van Russische voorraden en adviezen. Chiang had een troepenmacht van 100.000 man, waarmee hij met een combinatie van moderne krijgstactiek en overredingskracht allianties met warlords aan ging. Op deze manier kon hij de warlords uitschakelen. De Guomindang slaagde erin om in 1927 heel zuidelijk China in zijn macht te hebben. Chiang riep zichzelf het jaar daarop uit tot president van China. Voor het eerst sinds de dood van Yuan Shikai was China weer één land.