Noord-Vietnam beweerde dat ze nog niet ten strijde zouden trekken in het Zuiden, ze dachten dat het op dat moment kansloos was en ze wilden ook geen bemoeienis van Amerika. Ook China en de SU wilden dat niet. 

In 1959 besloot Noord-Vietnam zonder overleg de strijd te hervatten. De situatie was gevaarlijk voor de communisten maar ook kansrijk omdat de haat tegen het Diem-regime snel toenam.

Noord-Vietnam wilde een externe revolutie, openlijke agressie moest vermeden worden. Ook waren de communisten in het Zuiden zo goed als uitgeschakeld dus moest er wel wat gebeuren. 

Rapporteer Plaats commentaar