1. Noodweersituatie; - Ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van lijf, eerbaarheid of goed. 2. Dubbele causaliteit; - De aanranding moet tot hevige gemoedsbeweging hebben geleid; - Hevige gemoedsbeweging moet tot exces hebben geleid. 3. Proportionaliteit (minder streng dan bij gewone noodweer) en subsidiariteit; 4. Garantstellung; 5. Culpa in causa.