Noodweer (art. 41 Sr)

  • 1. Ogenblikkelijke aanranding (ook dreiging);
    2. Wederrechtelijke aanranding;
    3. Lijf, eerbaarheid of goed;
    4. Subsidiariteit, was de verdediging noodzakelijk/was er een alternatief;
    5. Proportionaliteit, was de geboden verdediging wel in overeenstemmend met de dreiging.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • 1. Het beroep ziet op de rechtvaardigingsgrond noodweer (art. 41 Sr)
    2. Materiële vereisten:
    A. Aanranding: ook onmiddellijk dreigend gevaar voor een aanranding [noodweer in de bus]. De enkele vrees is niet voldoende om van aanranding te spreken. 
    B. Ogenblikkelijk
    C. Wederrechtelijk: verdediging tegen rechtmatige aanranding [bijv. aanhouding door politie] is niet straffeloos. Hoeft geen specifiek delict te zijn. Gewoon in strijd met het recht 
    D. Gericht tegen lijf (lichaam maar ook diens persoonlijke integriteit), eerbaarheid (seksuele eerbaarheid) of goed (zaken, geen rechten)
    E. Geboden (subsidiariteit) en noodzakelijke (proportionaliteit)
    Objectieve beoordeling - ex tunc - wordt op de zaak teruggekeken dmv gemiddelde 3e die kijkt naar de uiterlijke verschijningsvorm
    0 Redelijke verhouding tussen verdediging en aanranding (keuze van verdediging, intensiteit van de verdediging)
    0 Zinvolle alternatieven voor verdediging (kunnen en moeten onttrekkenvan de aanranding - Blijf van mijn auto arrest)
    Hier zijn algemeen regulerende beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit dus al in het materieel kader opgenomen. Ook de garantenstellung heeft bepaalde betekenis wat betreft proportionaliteit en subsidiariteit maar ook bij de vraag of er sprake was van een aanranding. Politieagenten mogen zich bijvoorbeeld nooit terugtrekken [subsidiariteitsvereiste geldt niet voor hen].
    3. toepassen op casus
    4. Algemeen regulerende beginselen - culpa in causa [ goed aan toetsen! is de aanval door de verdediger uitgelokt?] Geen noodweer als de aanranding door schuldig toedoen van de verdediger is veroorzaakt. 
    5. Eindconclusie

    Dat je jezelf verdedigt mag, maar bij deze verdediging moet je  iet alleen jezelf dienen maar ook de gemeenschap. Dit laat zich verklaren omdat noodweer een rechtvaardigingsgrond is --> neemt de wederrechtelijkheid weg.
    Zelfverdediging is alleen aanvaardbaar als het ook rechtsordehandhaving is. Overheid bepaalt de ruimte van de burger om zichzelf te verdedigen

    Rapporteer Plaats commentaar