Non-verbale communicatie is meer dan de helft van ons communicatie.

  • Gelaatsuitdrukking: het geeft aan of de luisteraar interesse toont in wat de spreker vertelt en is vaak gekoppeld aan de gevoelens van iemand. De glimlach  toont belangstelling, sympathie en welwillendheid wat de spreker stimuleert. Als er te veel wordt geglimlacht, kan de spreker denken dat hij niet serieus wordt genomen of kan onzekerheid tonen vanuit de luisteraar. Het fronsen van wenkbrauwen kan betekenis van afkeuring hebben of dat de luisteraar zijn best doet om de spreker te begrijpen en dan zal de spreker zich duidelijker maken.
  • Oogcontact: fixatie kan de spreker ongemakkelijk maken, voelt zich onprettig en heeft het gevoel om geobserveerd te worden. Bij vermijden van oogcontact is het vaak een teken van onzekerheid bij de luisteraar of tonen dat de luisteraar aandacht tekort heeft. De luisteraar heeft meer de gelegenheid om aandacht luisterend te zijn.  De spreker maak oogcontact aan het einde van zijn zin om de luisteraar uit te nodigen oom te reageren. het is ook een manier om te controleren of de luisteraar echt interesse heeft in het gesprek. Hij kan an met kleine aanmoediging reageren of selectieve luistervaardigheden.
  • Lichaamshouding: door een ontspannend houding breng de andere op zijn gemak en gaat dan goed luisteren. Heeft brengt vertrouw. Een druk gebarend gesprekspartner geeft het gevoel onzeker te zijn. Een te ontspannend mens geeft het gevoel dat hij geen interesse heeft.
  • Stiltes: het is altijd lastig om omgaan met stiltes. Het kan de andere uitnodigen om te reagere, maar kan ook teken zijn dat de andere gewoon wat tijd nodig heeft in zijn verhaal. De luisteraar hoeft dus niet te snel de spreker in te vullen. 

 

Rapporteer Plaats commentaar