Indien men
bij het verzamelen van onderzoeksgegevens wil weten of de respondent een man of
een vrouw is, zou dit op de volgende manier gecodeerd kunnen worden:
man : 1
vrouw: 2
Deze
codering is volstrekt willekeurig, men had evengoed het volgende kunnen doen:
man: 56
vrouw : 17
Indien
codegetallen louter een verschil duidelijk maken, en er geen sprake is van een
ordening, hebben we te maken met een nominale schaal. Andere voorbeelden:
geloof, woonplaats etc.