Nomenclatuur[bewerken]

De oxoanionen krijgen ieder een eigen naam, waarbij een suffix de oxidatietoestand van het centraal element aangeeft. Bij de nomenclatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen de halogenen en de andere elementen:

Halogeen-oxoanionen[bewerken]Oxidatiegetal centraal atoomPrefixSuffixVoorbeelden+VIIper--aatperchloraat, perbromaat, perjodaat+V−-aatchloraat, bromaat, jodaat+III−-ietchloriet, bromiet, jodiet+Ihypo--iethypofluoriet, hypochloriet, hypobromiet, hypojodietNiet-halogeen-oxoanionen[bewerken]Oxidatiegetal centraal atoomPrefixSuffixVoorbeelden= groepsnummer−-aatboraat, carbonaat, nitraat, fosfaat, sulfaat, chromaat, arsenaat, selenaat, molybdaat,orthowolframaat, vanadaat, manganaat= groepsnummer − 2−-ietnitriet, fosfiet, sulfiet, arseniet, seleniet, telluriet= groepsnummer − 4hypo--iethypofosfiet, hyposulfiet

Een uitzondering op deze regels vormen permanganaat, perrenaat en pertechnetaat. Het voorvoegsel per- verwijst hier naar het feit dat de betrokken metalen zich in hun hoogste oxidatietoestand (namelijk +VII) bevinden.

Rapporteer Plaats commentaar