Noenmaal 31 maart 1995

  • 164 lid 2. Een partijverklaring kan alleen als bewijs worden gebruikt als deze verklaring strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs, dat wil zeggen dat als er al enig ander bewijs is. Het moet zodanig sterk zijn en zodanige essentiele punten betreffen dat het de partijverklaring voldoende geloofwaardig maakt. Dus dat de rechter ter beantwoording van de vraag of een partij in het door haar te leveren bewijs is geslaagd, alle voorhanden bewijsmiddelen met inbegrip van de partijverklaring, in zijn bewijswaardering dient te betrekken, docht dat hij zijn oordeel dat het bewijs is geleverd niet uitsluitend op die verklaring mag baseren. 

    Rapporteer Plaats commentaar