de infinitief eindigt (meestal) op – en (fietsen, dansen), maar soms alleen op –n (gaan, zien). Soms staat er te voor een vorm op – en: dan is die vorm in ieder geval een infinitief
De infinitief is nooit enige werkwoord in een zin.
De infinitief verandert nooit van vorm. Dit kunnen controleren door zin in het enkelvoud/meervoud of in de tegenwoordige/verleden bij te zetten.