“Hij buigt zich eroverheen en slaat de slappe armen over zijn schouders. Wurmt de zijne rond het middel en tilt het omhoog. Samen schuifelen ze langzaam naar het balkon en even is het alsof ze dansen. Hij tilt het op de reling. Zijn biceps trillen. Hij drukt een kus op de korstige lippen en prevelt: ‘Bye bye baby’. Dan laat hij haar gaan, de donkere diepte in. Hij luister naar het suizen en kort daarop hoort hij een doffe plof. Hij meent het breken van alle botten te kunnen horen.”