Noem vijf emoties die volgens Johson-Laird en Oatley altijd een object hebben

    • Hechtingsliefde: Hechtingsliefde is de emotie die een kind koestert ten opzichte van de moeder of andere verzorgende. Het wordt gekenmerkt door steeds kijken naar en volgen van de verzorger, het verlangen bij hem of haar te zijn, door blijer te zijn in diens nabijheid dan bij anderen en om deze persoon te gebruiken als een veilige basis om de wereld te onderzoeken. Andersom leidt het tot angst wanneer de persoon afwezig is en tot bedroefdheid als de persoon verloren lijkt.
    • Verzorgende liefde: Verzorgende liefde is min of meer het omgekeerde van hechtingsliefde. Het gaat om liefde van de ouder of verzorger voor het kind. Ouders moeten liefde voor hun kinderen koesteren om de zorg en moeite vol te blijven houden. Zonder deze emotionele aantrekkingskracht, zou de betrokkenheid die kinderen vereisen te groot zijn.
    • Seksuele liefde: Als mensen verliefd zijn, dan worden ze aangetrokken tot het idee, de mentale voorstelling, van de andere persoon. Deze emotie heeft ook een sterk biologische basis.
    • Walging: Walging is de emotie van afkeer en van vermijding van alles dat ziek maakt, zowel letterlijk als figuurlijk.
    • Minachting: Minachting is de emotie van inter-persoonlijke afwijzing, die vaak vooral leden van outgroups treft. 

    Rapporteer Plaats commentaar