Noem vier verschillende cues die kunnen helpen bij segmentatie
Prosodie (klemtoonpatroon, pauzes & intonatie). Kinderen leren woorden die vaak in isolatie worden aangeboden dan ook beter.
Fonetische cues. Dat zijn ook regels/gewoontes in de taal, waarbij het soort fonemen wat samen voortkomt beperkt is. Spr is bijvoorbeeld nooit het einde van het woord, maar wel het begin van een woord.
Semantische cues. Betekenis van de woorden die je al wel kent, daarvan weet je de grenzen.
Transitional probabilities (statistical information). Kunnen jonge kinderen regelmatigheden in taal oppikken? Welke klanken gaan vaak samen (en vormen dus 1 woord) en welke niet? Statistische informatie gebruiken die zij zelf deduceren. Klanken die vaak precies na elkaar voorkomen horen bij elkaar.