continue observatie: voortdurende en vrije observatie, geen concreet doel, wel een reden.
intervalobservatie: op wisselende tijdstippen, met hetzelfde doel en dezelfde technieken en hulpmiddelen, geschikt voor observaties over langere termijn met het doel een kind te volgen: om de 5-10 minuten gedrag registeren, of aantal keren 5-10 minuten aangesloten observeren.
contextuele observatie: het kind in de omgeving (context) staat centraal.
protocollaire observatie: observaties adhv een protocol of observatieschema.