Noem vier bekrachtigingstechnieken en leg ze uit?

1. Shaping: gedragingen die doelgedrag benaderen worden bekrachtigd, gedragingen die er helemaal niet op lijken worden genegeerd. Ook wel successieve approximatie van doelgedrag genoemd
2. Chaining: gedrag wordt opgesplitst in kleine stukjes en deze worden stukje voor stukje aangeleerd. Er wordt begonnen bij de laatste schakel en naar voren gewerkt.
3. Bekrachtiging van onverenigbaar gedrag: bekrachtiging van alternatief gedrag dat niet tegelijk met ongewenst gedrag kan optreden.
4. Stimuluscontrole/discriminatieleren: gedrag kan in de ene situatie gewenst zijn en in de andere niet. Sociaal passend gedrag wordt bekrachtigd, sociaal niet passend gedrag wordt genegeerd. Daarbij wordt tegelijkertijd het passende gedrag gestimuleerd.