88 lid 4 en 179 lid 4 (een verklaring van een onbeedigde partij tijdens de comparitie resp. tijdens getuigenverhoren), zij het dat deze (onbeedigde) verklaringen nimmer in het voordeel van de partij die met het bewijsrisico is belast kunnen strekken. Ook niet in geval eventueel steunbewijs voorhanden is.