Noem vanuit elk van deze invalshoek een theorie.

  • De interpersoonlijke theorie van Sullivan (1953): verschillende fase hebben verschillende behoeften. Behoefte in vriendschap ligt in kameraadschap en intimiteit. Behoefte in contact met ouders ligt in zorg en gehechtheid. 

    Gehechtheidstheorie: de ouder-kindrelatie is de basis voor het leggen van vriendschapsrelaties. Ze ontwikkelen een intern werkmodel (Bowlby, 1988). D
    De moderne versies van de theorie gaat er vanuit dat het niet vastligt en dat kinderen bijv kunnen herkansen bij een onveilige hechting.

    Rapporteer Plaats commentaar