Noem uitzonderingen van de afbeelding (uit het boek over de neurotransmitters van het ANS)

- Parasympathische en sympathische neuronen hebben niet alleen N2-receptoren, maar ook muscarinereceptoren. Muscarinereceptoren geven een langzamere respons wat inhiberend en exciterend kan zijn. Bij overschakeling kan er dus sprake zijn van een snel EPSP van een nicotinic receptor, samen met een langzame EPSP of IPSP van een muscarinereceptor.
- Er zijn receptoren die niet cholinerg (reagerend op ACH) en niet adrenerg zijn. Deze worden NANC (nonadrenic, noncholinerge) transmitters genoemd. Er zijn synapsen die meer dan één neurotransmitter gebruiken. Dit wordt wel cotransmissie genoemd. Wanneer er meerdere neurotransmitters in één neuron zitten, wordt dit colokalisatie genoemd. Het is niet duidelijk waardoor de afgifte van deze NANC transmitters gereguleerd wordt. Sommige komen vrij door neuronale activiteit, waarbij afhankelijk van de vuurfrequentie van de actiepotentiaal één of meer neurotransmitters vrijkomen.