Wettelijke en buitenwettelijke.
Volgens verdrag en art. 269 Sv:
1 goede zeden
2 openbare orde
3 veiligheid van de staat
4 belangen van minderjarigen (495b lid 1 jo 488 lid 2 Sv: publiek jonger dan 18 niet toegestaan, ook niet bij openbare zitting)
5 bescherming privelevven partijen of betrokkenen
6 belang van de rechtspraak.