Noem tweetal situaties waarin sprake zou kunnen zijn van door art. 6 EVRM gewraakte schijn van partijdigheid (bevangenheid) rechter.
Bij hb in rechtbankzaken, waaraan klacht ex art. 12 Sv vooraf is gegaan; na terug verwijzing in cassatie wegens schending van het recht (art. 440, lid 2 Sv).