Noem twee soorten dictaturen en werk ze uit

• Autocratische dictaturen: één leidersfiguur vormt het gezicht van de macht, soms geholpen door een Junta: een regering die grotendeels uit militairen bestaat. De bevolking wordt onderdrukt maar omdat er geen ideologie is, bestaat er een zekere godsdienstvrijheid en economische speelruimte.

• Totalitaire dictaturen: een groep mensen of een partij grijpt de macht via een ideologische revolutie. Politieke invloed is alleen weggelegd voor mensen die de ideologie onvoorwaardelijk steunen. Het politie, economische en sociale leven is gereguleerd. Er is sprake van indoctrinatie: Langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige opvattingen worden opgedrongen met de bedoeling dat het publiek deze kritiekloos accepteert.
• Theocratie: godsdienst is verheven tot staatsideologie (vb.: geestelijk leiders hebben invloed op het bestuur en dagelijks leven)